Twee dagen voor de zondag van mijn eerste halve marathon. Het woord alleen al, marathon, klonk mij een paar maanden geleden nog in de oren als iets van een andere planeet. Voor lange, dunne mannen en vrouwen met benen als stokjes die al jaren niets anders doen dan rennen. Een soort Forrest Gump types. Ze lijken ook nooit moe te worden in mijn ogen. Ik kan mij het moment niet eens meer herinneren, nog niet zolang geleden, dat ik mjn laptop opende en de website van de Amsterdam marathon bekeek. Voor ik met mijn ogen kon knipperen had ik mezelf ingeschreven. Voor de halve, dat dan wel.
Eind augustus deed ik mee met de Ouderkerker triathlon. Het was spannend en heerlijk tegelijkertijd. Mijn eerst medaille was binnen en het lopen ging boven verwachting. Daarna, tijdens mijn vakantie in Spanje, probeerde ik in de verzengende hitte rondjes te lopen. Verder dan zes of zeven kilomer kwam ik niet. Terug in Nederland ging ik trouw naar mijn maandagavond loopclubje. Deze mannen en een enkele vrouw trainden al een tijdje voor de Dam tot Dam loop en voor de (halve) marathon. Ik liep altijd een beetje achteraan en besloot de daaropvolgende weken mij aan het opgelegde schema van drie keer per week trainen te houden.
Tot mijn grote verbazing maakte ik snel vorderingen. De duurloopjes werden langer en een uur lopen leek ineens korter. Af en toe kwam ik in die gekke gewaarwording van de ‘runners high’ . Het lijkt dan of je voeten zweven over het asfalt en het lopen je geen enkele moeite kost. Tot mijn teleurstelling duurt het altijd een flinke tijd voordat het zover was en gaat het ook te snel naar mijn zin weer over. Niet geklaagd, ik weet nu wat het is! Totdat dus die dag kwam dat ik mij inschreef en mijn startnummer ontving: 337283. Ik start in het oranje vak, volgens de mailing, ergens in de buurt van het Olympisch Stadion.
Tot twee weken geleden leek het nog ver en trainde ik lekker verder. Af en toe een fietstochtje er bij en wat krachttraining. Toen kwam de boodschap: ‘ je moet nu afbouwen en veel rust nemen’. Aangezien ik de hele zomer bijna elke dag wel iets aan sport deed en een rustdagje bijna een uitzondering was, draide de wereld ineens om. Thuis komen en niets doen? Maximaal een half uurtje rustig lopen? Geen krachttraining, niet (te ver) fietsen… ik werd er nerveus van. Terwijl iedereen om mij heen vol vertrouwen was en is over mijn komende prestatie werd ik almaar nerveuzer. Ik voelde ineens overal pijntjes, liet mij uitgebreid masseren bij een ervaren sportmasseur (‘ nee, je mankeert niets, alle spieren voelen prima aan’ ) en at ik braaf mijn koolhydraten. ’s Avonds lag ik op de bank en vroeg ik mij af hoever 21 kilometer ook alweer was. Zeker twee uur achter elkaar rennen. Het leek mij ineens heel lang en heel ver…. Ik maakte mij zorgen over plotselinge plas aandrang en droomde zelfs over rijen Dixies die allemaal op slot waren. En nergens een bosje!
Op Facebook zag ik doorlopend berichtjes over mensen die ook meedoen. Nee, niet de halve. De hele, die is voor de echte helden! Tenminste, dat maakt ik uit op de posts die ik las. En nu is het vrijdagavond, minder dan twee dagen voor de start. Ik heb net een klein half uurtje gelopen. Het ging voor mijn gevoel voor geen meter. Een berichtje op Strava (een app voor lopers, fietsers en zwemmers) zorgde voor enige opluchting. Blijkbaar is het normaal om je zo te voelen. Dat ‘ taperen’ (in normale mensentaal gewoon niet zoveel sporten en lekker veel rusten) geeft blijkbaar deze gevoelens. Misschien is het de fameuze generale repetitie?
Morgen ga ik mijn startnummer ophalen. Lekker op de fiets richting Olympisch Stadion en even de sfeer proeven van het evenement. Daarna ga ik mij bedwingen om het hele huis schoon te maken of kasten uit te ruimen. Stel je voor dat het in mijn rug schiet? Of dat ik bij het vouwen van de was in een kramp terecht kom? Of dat ik struikel over de vloermop? Nee, morgen is het met de beentjes omhoog en maar eens lekker binge-watchen. Dan weet ik eindelijk ook eens wat dàt betekent!
Zondag is de dag. Brunchen met pannenkoeken, op de fiets naar het stadion (is dat verstandig?) en dan lekker rennen. Genieten van het lopen in mijn stad. Genieten van al die mensen in het publiek. Genieten van het herfstzonnetje. Genieten dat ik gezond genoeg ben om mee te doen. Dat ga ik doen….Genieten met een grote G!
Wil je mij volgen? Je kunt de TCS Amsterdam marathon app downloaden en zoeken op startnummer of naam. Als je mij ziet, dan beloof ik dat ik een lach op mijn gezicht heb :-).
6 reacties op “Doe maar een halfje…”
Mooi verhaal Cynthia, veel plezier morgen!!
Groetjes, ook uit ’69, Nils
LikeLike
Beetje laat maar alsnog: dank en lopen was fun! Genoten. Op naar de volgende 🙂
LikeLike
He Cynthia, Succes morgen en vooral veel plezier! De grote G kijkt mee!!!
LikeLike
Ik lees de reacties te slecht! Weet nog niet helemaal hoe dat werkt. Grote G heeft goed gesupport!
LikeLike
Heel veel suc6 zondag Cynthia. Ik ben ervan overtuigd en heb er alle vertrouwen in dat het je gaat lukken.
LikeLike
Dank je wel!!!
LikeLike