Run, Forrest, run!

blog 2

Het is een zinnetje waar ik af en toe aan denk als ik mijn rondje ren. Hardlopen. Een onderdeel van de triathlon waar ik inmiddels menig doorgewinterd triatleet stuk op heb zien gaan. En ook de finisch met een eindsprint heb zien halen, na slopende kilometers op de fiets.

Je ziet ze ook in drommen in het park achter mijn huis. Ze lopen bij mooi weer op zondagochtend nog net niet in de file. Joggen, rennen, hardlopen. Mijn buurman noemt het sjokken. ‘Gaat er nog iemand mee sjokken vanavond?’ appte hij tot een paar maanden geleden in onze What’s app groep ‘Senior Runners’. De naam doet al vermoeden waar het om gaat. Drie mannen op leeftijd en ik. Ook op leeftijd. Sinds ik ben gaan trainen voor triatlon’s is het verdacht stil in die hoek.

Ik ren en hou mijn tijd bij met mijn TomTom horloge. Tijdens het rennen lukt het mij niet om te kijken hoe hard ik ga. Iets met mijn ogen. Ja, die senior runners daar hoor ook ik bij. Maar goed. Thuis gekomen is het altijd fijn dat Tom de resultaten doorgeeft aan mijn telefoon en telefoon tom vervolgens Strava op de hoogte brengt. Ook alweer zo’n fijne app die laat zien wat je mede lotgenoten allemaal hebben gedaan deze dag en hoe hard, lang en vaak te trainen. Elke keer weer ben ik onder de indruk van het aantal kilometers dat ik voorbij zie komen. Gelukkig zijn de hoogste aantallen op de fiets!

Vroeger rende ik ook. In mijn allervroegste jeugd, toen ik fanatiek aan judo deed, kan ik mij de coopertest nog herinneren. Behalve op de mat tijdens de warming-up rende ik nooit. Die coopertest heeft mij nog lang weerhouden de loopschoenen weer aan te trekken. Ik droom soms nog over dat blauwe papiertje waar een dreigend getal op stond. De uitslag: matig. 12 minuten rennen op de sintelbaan. Ik deed liever een koprol op de judomat.

IMG_1139

Toen ik begin 20 was en het judo vaarwel gezegd had, rende ik met vriend en neef op zondagochtend vaak een stukje door de Zeeuwese duinen en over het strand. Van Dishoek naar Zoutelande. Geen idee dat dit plekje met de hoogste duin van Nederland ooit nog zo bekend zou worden. In die tijd hadden we nog geen sporthorloges en smartphones. laat staan apps waar je je tijden en afstanden op kon vergelijken. Ik had geen idee hoerver ik op die zondagen rende. Zwaar was het wel. En ver leek het altijd. Google Maps vertelt mij zojuist dat de afstand exact 4,7 kilometer bedraagt.

Een aantal vriendjes later rende ik in Amsterdam, dat inmiddels mijn woonplaats was, regelmatig een rondje Gaasperplas. Met man dit keer. We reden na het werk met de auto naar Amsterdam Zuidoost, parkeerden langs de plas en renden een rondje. Dit keer wist ik wel hoever het was. 4,86 kilometer. Internet had zijn intrede gedaan. Ik had afstandmeten.nl ontdekt! Onze werkgever had het idee opgevat om zijn medewerkers te sponsoren met t-shirts en trainingen voor de toen nog niet zo massale Dam tot Dam loop. Optimistisch schreven wij ons in. Man liep ook wel eens twèè rondjes Gaasperplas. Ik hield het liever bij één. Dat deden we wel twee tot drie keer per week.

10 Engelse mijl, omgerekend 16,09 kilometer. Van Amsterdam naar Zaandam. Ik kan mij de zondag in september nog goed herinneren. Ik sjokte, letterlijk met een grote groep door de IJ-tunnel. Zaandam leek onmetelijk ver weg. Ik had geen idee en geen verwachtingen. Als ik ergens maar de eindstreep haalde. Ergens wachtte de finish. Ik herinner mij de mensen en de muziek langs de route. De drinkposten en het juichen als er een groepje lopers voorbij kwam. Alhoewel mijn benen protesteerden, liep ik op wolkjes. De laatste kilometers haalde ik zelfs nog wat mensen in. De finish! Een medaille rijker ging ik trots naar huis. Niet wetende dat ik de eerstvolgende drie dagen nauwelijks kon lopen. Maar dat kon mij niets schelen. Heerlijke onwetendheid!

De kinderen kwamen. Met dikke buiken deed je toen hoogstens zwangerschapsgym en daarna babymassage. Rennen kwam niet meer in mijn woordenboek voor.

Door dikke pech die kanker heet en de jaren die ik alleen voor mijn kleine meisjes zorgde, kwam het niet van sporten. Ik was blij als ik mijn bed zag.

Ook kinderen worden groter. Bovendien viel er een foldertje in de brievenbus. ‘Beginnen met hardlopen? Sluit je aan bij onze beginnerscursus!’ riep het naar mij. Ik startte weer met rennen. Een avond per week kwam de oppas en ging ik op mijn oude Nikes en strakke broek naar mijn beginnersclubje. Doel was binnen een half jaar 10 kilometer. Dat betekende trainen. Twee, liefst drie keer per week. De groep was vooral ontzettend gezellig en dat hielp. Binnen een half jaar liep ik 10 kilometer binnen het uur.

De groep stopte en ik deed nog wat verwoedde pogingen mijn hardlopenschema aan te houden. Al snel kwam het slop er in. Na een jaar rende ik niet eens meer naar de tram.

Totdat een buurvrouw uit de beginnersgroep mij appte.’ Zullen we weer eens?’ Met Evi? Inmiddels was het tijdperk van de smartphones en apps volop aangebroken en Evi was een uiterst vriendelijke Vlaamse dame die een schema voor ons had bedacht. In 20 weken 5 kilometer rennen. Dat durfden wij wel aan. Dus ‘ hup met de beentjes’ gingen wij op pad.

Zelfs voor het werk begon, in het donker, renden wij onze minuten in het park. Het ging steeds beter en ik voelde mij goed. Buurvrouw haakte af en ik ging verder. Evi liet ik links liggen. Ik ging op pad met Tom en zag mijn inspanningen lonen. De vijf kilometer gingen steeds beter. Ik sloot mij aan bij mijn sjokkende buurmannen en merkte al snel dat ik hen eruit sjokte.

Het idee van de triathlon ontstond. Ineens was het daar. het idee werd een plan. Het plan werd een trainingsschema. Er kwam een doel. Een achtste triathlon. Zwemmen deed zijn intrede en een nieuwe fiets werd aangeschaft. Op 20 augustus 2018 deed ik mee aan de Ouderkerkseplas triathlon. Ik zwom, ik fietste en ik rende! Het rennen ging fijn. Een andere atlete riep zelfs’ Wat ga je hard!’ Het voelde alsof ik vleugels had.

Rennen, saai? Soms ja. Ik heb nog steeds moeite om te beginnen. Om de tijd en energie te vinden na een lange werkdag. Ik heb een uitdaging. En een doel! Ik wil, net als manlief, een halve marathon lopen en een kwart triathlon volbrengen. Gisteren rende ik mijn eerste lange afstandsloop sinds de dam tot dam loop 16 jaar geleden. Ik liep en ik lachte. Omdat ik lachte ging het lopen steeds beter. Ik zette in op een uur. Het werd anderhalf uur. ‘Ren, Cynthia ren’ schoot het door mijn hoofd. Een glimlach staat in mijn gezicht gegroefd.

Image-1 kopie

2 reacties op “Run, Forrest, run!”

Plaats een reactie