Triathlon, hoe dan?

IMG_8524

Ik doe mee aan een beginnerscursus triatlon. Hardlopen, check. Fietsen, check. Zwemmen, ehhh check. Allemaal ooit eens in meer of mindere mate gedaan. Dus hoe moeilijk kan het zijn ze achter elkaar te plakken? Nu bestaan cursussen er meestal niet voor niets. Ik had al zo’n vermoeden dat er iets meer bij zou komen kijken dan simpelweg je badpak (wetsuit kwam ik al snel achter) uit trekken, de fiets op stappen en vervolgens weer eraf om het laatste stukje te rennen.

 

Het begon al bij mijn argeloze vraag waar je in hemelsnaam moet omkleden als je het water uitkomt. In mijn hoofd zag ik al massa’s mensen en blote lijven die zich uit badkleding stroopten en met handdoekjes om hun middel probeerden hun zeemleren fietsbroeken aan te trekken. Vervlogen beelden van stranddagen uit mijn jeugd kwamen langs. Mijn moeder hield een handdoek voor mij op en probeerde zo snel mogelijk een zanderig onderbroekje naar boven te hijsen. Net op het verkeerde moment kwam ik er dan achter dat achter mij, waar het handdoekje niet reikte, ook toeschouwers zaten.

Ik werd wreed uit mijn droom geholpen. De kunst is blijkbaar om zo snel mogelijk je wetsuit (een soort catsuit van rubber dat te strak om je ledematen zit zodra je uit het water bent) af te pellen op een strookje gras vlak voor je fiets, bij het juiste startnummer. Die fiets moet dan in de juiste rijrichting in of aan een rek hangen, met helm en bril zodanig aan je stuur dat je in een vloeiende beweging alles op kunt zetten. En daar ging het bij mij al mis. Ik heb een zeer kekke helm met prachtige zijsluiting waar ik thuis netjes voor de spiegel een minuut of wat aan besteedt om dicht te klikken. Hier ter plaatse: geen spiegel en geen tijd. Had ik maar eens beter gekeken welke kant op de sluiting werkt. Nu zag ik iedereen om mij heen een helm opzetten, gewoon een degelijke met normale sluiting, en binnen drie seconden zijn fiets pakken. Mij was net geleerd dat je je fiets niet mag aanraken tot op het moment dat je helm op en vast zit. Er verstreken kostbare minuten.

Terug naar het zwemmen. Een kwartiertje afdrogen en rustig omkleden is er dus niet bij. Er bestaat speciale kleding voor triatleten. Daarbij hoort ook een soort zwempak met pijpjes, een tri-suit genaamd. Dit pakje trek je dus aan bij het zwemmen, onder je wetsuit. Hup, wetsuit uit en je hebt een fietspak aan! Er blijkt een klein zeempje in de broek te zitten. In het niets gelijkend op de comfortabele lap, geheel gevormd naar de vrouwelijke ondercontouren, die ik laatst heb aangeschaft. Ze zeggen dat het went, dat minuscule zeempje. Goed dus, pak uit, fietspak al aan, helm op, bril ook (alles behalve zon kun je ook zwermen insecten in je ogen vermijden kan ik uit ervaring zeggen). Dan de fietsschoenen. Ook daar heb ik aandacht aan besteed. Prachtige witte schoenen met rode en zwarte accenten, passend bij de rest van mijn outfit. Fietsschoenen, geen triathlon fietsschoenen. Want ook daar blijkt verschil in te zitten. En in plaats van rustig je sokken en schoenen aan te kunnen doen, krijgen we elastiekjes van de Hema uitgereikt. Je breekt ze doormidden en klikt je schoenen in de pedalen. Bedenk daarbij wel vooraf aan welke kant je opstapt en welke voet je gewend bent als eerste mee te trappen. De elastiekjes maak je namelijk vast aan een gespje van je schoen en een onderdeel van je fiets. Met dit zeer simpele maar effectieve trucje staan je schoenen in een mooie horizontale lijn op je pedalen. Vast! Enne, dan wel aan de juiste kant hoop ik de volgende keer. Fietspak aan, helm op en vast, bril op mijn neus. En nu dan?

Omdat in de triatlon alles om tijd draait, blijkt ook hier dat mijn idee over het opstappen op mijn racefiets ietwat achterhaald is. Je stapt namelijk niet rustig op, maar begint te rennen op je sokken of blote voeten, naast je fiets die je door wat oefenen keurig onder controle hebt met één hand, wacht het moment af, grijpt met beide handen het stuur en springt als een hinde met je ene been over het zadel en laat jezelf dan keurig op het zadel landen. Op de pedalen wachten je fietsschoenen (of liever de echt triatlon schoenen) die je in een simpele beweging aan je voeten laat glijden. Tenminste, dat moet de bedoeling zijn. Elk van genoemde onderdelen vergt nogal wat oefening. Ten eerste, ren maar eens naast je fiets op je sokken of blote voeten over steentjes van het asfalt en hou hem keurig recht. Vervolgens is het opletten geblazen: in de wisselzone mag je absoluut niet fietsen, op straffe van diskwalificatie, dus het moment van opstappen luistert nauw.  Opspringen dus. Goed en wel op je fiets heb je maar één kans om je schoenen netjes aan te trekken. Mis je die, dan breken de elastiekjes af (wat overigens sowieso de bedoeling is) en hangen je schoenen hulpeloos met de punten naar beneden. Dan wordt aantrekken echt pas een kunst. Als het zover is dat ergens je voeten de schoenen gevonden hebben probeer je ze al fietsen dicht te doen. Meestal lukt dat wel met klittenband, alleen heb ik toevallig weer ene soort hippe skischoen sluiting die fantastisch werkt als je thuis rustig de tijd hebt, maar erg lastig mikken is al zwalkend over het asfalt. Het fietsen is begonnen. Voor mijn gevoel was ik al uren bezig. We hebben nog niet eens gezwommen!

Het volgende onderdeel: rennen. Want na de fiets op, moet je er ook weer af. Dat lijkt iets makkelijker gezegd dan gedaan. Ook hier is het een kwestie van timing. Voor de wisselzone moet je immers van je fiets af zijn, want fietsen in de wisselzone…. dat hoef ik niet meer uit te leggen. Dus voor je de pion of wat dan ook ziet moeten de schoenen los en uit. Dus pielen aan lastige sluitingen, voeten uit de schoenen en de laatste meters met je voeten op de schoenen op de pedalen. Afstappen gaat natuurlijk ook niet zoals de normale medemens gewend is. Waar je opspringt, spring je ook weer af. En waar je rent om te starten met je fiets, ren je ook weer om te wisselen met je fiets. In omgekeerde volgorde. De kunst is om nu ook weer het juiste voor jou toebedeelde plekje te vinden in de wisselzone en je fiets in een vloeiende beweging op te hangen. Fijne bijkomstigheid van de ontwikkelingen in de triatlon sport is dat je in het zelfde pakje dat je onder je wetsuit aan had en waarmee je op de fiets zat, ook gewoon lekker een stukje in kunt rennen. Dus hardloopschoenen aan en weg! Laatste misvatting. Hijgend van de fietsinspanningen veters strikken is best lastig. Zo lastig dat sommigen onder ons hun fietshelm vergeten en al rennend met helm op erg veilig het laatste stuk willen afleggen. niet verboden, maar staat wel apart. Gelukkig mag je niets buiten jouw stukje gras laten slingeren, dus zul je terug moeten lopen en je helm keurig daar achter laten waar hij hoort. Veters dus. Triatleten hebben ook hier weer iets op gevonden. Veters die je niet hoeft te stikken! Stiekem denk ik dat deze uitvinding ooit ergens in een kleuterklas gedaan is voor de kinderen die na wekenlang oefenen hun veterstrikdiploma nog niet gehaald hadden. Volgens mij heb ik ze ooit ergens in een kinderschoenenwinkel gezien. Maar goed, een onderdeel van de triatleten uitrusting dus. En ja, het scheelt weer een minuutje in het wegrennen dus een niet al te grote investering voor veel plezier. En dan is het einde in zicht. Na alle wissels mag je gewoon rennen tot de finish, hoef je niet meer te denken aan trucjes, kunstjes en handige Harries en kun je gewoon met bloed, zweet en tranen daar eindigen waar je wilde zijn: bij die felbegeerde medaille!

Voor ik zover ben moet er nog heel wat gebeuren. Volgende week staat het zwemmen in open water op het programma. Ik kan alvast een tipje van de sluier oplichten. Water in Nederland is over het algemeen, koud, vies, nat en drabbig. Net een andere omgeving dan op vakantie aan de Middellandse Zee of in de Caribbean. Om dan je hoofd in het water te steken en niets anders te zien dan een bruinige mist, is best een dingetje. Voor mij althans. Dan nog richting houden. De mooie banen van het zwembad ontbreken, dus als een dronken zeeman zwem ik hijgend en puffend in een soort driehoekjes, elke tien meter kijkend of ik nog wel een beetje de richting uit ga die ik mij voorgenomen had.

IMG_8527

Ook al zwem je niet ver, meters maak je in elk geval wel. Fijne bijkomstigheid is de (alweer) uitvinding van reddingsboei. In mijn geval een prachtige, feloranje opblaasbare zak, die je om je middel bindt met een koordje. De boei volgt je overal in het water, zonder dat je er last van hebt. Als je dan ten einde raadt even niet meer weet hoe zwemmen ook alweer ging, is daar je steun en toeverlaat. De boei is je gevolgd als een trouwe viervoeter. En deze trouwe volger blijkt uitstekend geschikt als mini-luchtbedje in de koude, natte Hollands waterplas.

Wordt vervolgd!

6 reacties op “Triathlon, hoe dan?”

  1. Tegen het eind van mijn studie, begin jaren 90, heb ik in Enschede bij de Rutbeek ook eens een kwarttriathlon gedaan. Het is duidelijk dat de sport toen nog in z’n kinderschoenen stond en er van de huidige professionalisering nog geen sprake was. Ik zwom gewoon in m’n zwembroekje, en praktiseerde de schoolslag nota bene (niet als enige, maar de kopgroep gebruikte natuurlijk wel de borstcrawl). Daarna rende ik naar een grote tent, waar ik me afdroogde en m’n wielerkleding aantrok, om op m’n wielerschoentjes half rennend naar de racefiets te gaan. Na het wielerrondje weer de tent in om mijn gebruikelijke hardloopkleding aan te doen voor de 10 km. Al met al vele kostbare minuten verloren in mijn jeugdige onbezonnenheid.

    Geliked door 1 persoon

    • Ik heb van horen zeggen dat het er af en toe nog wel zo aan toe kan gaan. Ik volg nu een cursus voor de pro’s ;-). En ja, de commercie heeft ook toegeslagen. Je kunt je maandsalaris zo kwijt aan deze sport. Maar gelukkig hoeft het niet!

      Like

  2. Wat een supermooie en passende samenvatting van de training. Op naar het zwemmen, ben zo benieuwd! Ik kijk er ook naar uit om alles soepel achter elkaar te kunnen, maar daar ben ik nog niet. Oefening baart kunst

    Geliked door 1 persoon

Plaats een reactie